- in
- adj. binnen; binnengekomen (post); hoort erbij; modern--------adv. in; erin; binnen; in huis; onder druk staand; modern , "in" (in spreektaal); in periode van (van fruit etc.)--------n. betrokken bij de leidende partij; iemand met machtpositie; invloed--------prep. in; binnen; erinin1〈zelfstandig naamwoord〉→ insins/————————in2〈bijvoeglijk naamwoord〉1 intern ⇒ inwonend, binnen-2 〈informeel〉populair ⇒ modieus, in3 exclusief ⇒ afgestemd op een kleine groep/elite4 voor/met ingekomen post♦voorbeelden:3 in-crowd • kliekje, wereldje4 in box/tray • brievenbak met/voor ingekomen post————————in3[ in] 〈bijwoord〉1 〈beweging of richting〉binnen ⇒ naar binnen, erheen, erin, in-2 〈plaats of ligging〉binnen ⇒ in3 〈het referentiepunt is een persoon of groep〉geaccepteerd ⇒ erbij, opgenomen; 〈van dingen ook〉 in (de mode)4 in gebruik ⇒ in werking♦voorbeelden:1 built in • ingebouwdcome in! • (kom) binnen!fit something in • iets (er)in passenI flew in today • ik ben vandaag met het vliegtuig aangekomenmix the flour in • meng de bloem erbijthe police moved in • de politie kwam tussenbeidethe stairs were put in • de trap werd geïnstalleerdsnowed in • ingesneeuwd2 have friends in • vrienden (thuis) ontvangenin between • er tussen(in)in between • tussen4 pears are in • het is perentijd¶ from there on in • van dan afknow somebody in and out • iemand door en door kennen————————in4〈voorzetsel〉1 〈plaats of ligging; ook figuurlijk〉in2 〈richting; ook figuurlijk〉in ⇒ naar, ter3 〈met abstract naamwoord dat handeling of toestand uitdrukt; voornamelijk idiomatisch te vertalen〉-ende ⇒ in, be-, ver-, ge-4 〈tijd〉in ⇒ binnen5 〈activiteit, beroep〉wat betreft ⇒ in, op het gebied van6 〈medium〉in7 〈verhouding, maat, graad〉in ⇒ op, uit8 〈in de vorm van〉als9 in zover dat ⇒ in, met betrekking tot, doordat, omdat♦voorbeelden:1 in the army • in het legerwounded in the leg • aan het been gewondin my opinion • naar mijn meningplay in the street • op straat spelenbe in one's twenties • in de twintig zijnthere is something in his story • er zit iets in zijn verhaal2 in aid of • ten voordele vanin payment of • ter betaling van3 in bloom • in bloei, bloeiendehe was in charge (of) • hij was verantwoordelijk (voor)in honour of • ter ere vanbe in love • verliefd zijnbe in luck • geluk hebbenbe in pain • pijn lijdenin ruins • vervallenin search of • op zoek naar4 in a few minutes • over enkele minutenI have not been out in months • ik ben in geen maanden uit geweestin the morning • 's ochtendsearly in spring • vroeg in het voorjaarin all those years • gedurende al die jarenit melts in heating • het smelt als het verwarmd wordt5 deal in cereals • handelen in granenthe latest thing in computers • het laatste snufje op het gebied van computerssomething in evening dress • iets in de richting van avondkledij2 feet in length • twee voet hooghe is in oil • hij zit in de olie-industrieequals in strength • gelijken wat kracht betreftrich in vitamins • rijk aan vitaminenbe in it • erbij betrokken zijn, meedoenhe is not in it • hij telt niet meethere's nothing in it • het heeft niets om het lijf6 pay in cash • contant betalenpainted in red • roodgeverfdin Russian • in het Russisch7 in general • in/over het algemeennot in the least • niet in het minstin the main • in/over het algemeensell in ones • per stuk verkopenone in twenty • één op twintig8 in confidence • in vertrouwenyou have a fine brother in Henry • je hebt aan Henry een fijne broerbuy in instalments • op afbetaling kopen£100 in taxes • £100 aan belastingen9 he resembles you in being short-tempered • hij lijkt op jou in zoverre dat hij opvliegend isdifficult in that it demands concentration • moeilijk omdat het concentratie vergt→ be inbe in/
English-Dutch dictionary. 2013.